Thursday, March 22, 2007

3.5 Wederkerig werkwoord; llamarse

llamarse (zichzelf noemen)

yo me llamo - ik heet
te llamas - jij heet
él, ella, usted se llama - hij, zij, u heet
nosotros/as nos llamamos - wij heten
vosotros/as os llamáis jullie heten
ellos/as, ustedes se llaman - zij heten, u heet

llamarse kan verdeeld worden in llamar en se wat letterlijk vertaald kan worden in zichzelf noemen. En ook hier kunnen in het algemeen de persoonlijke voornaamwoorden weggelaten worden, maar let wel: niet de wederkerende voornaamwoorden.

Me llamo Josefa.
- Mijn naam is Josefa. Ik heet Josefa.
¿Cómo se llama esto? - Hoe wordt dit genoemd? Hoe heet dit?

Este vino se llama Perelada y es un vino tinto.
Deze wijn heet Perelada en het is een rode wijn.

No comments: